Freek de Jonge - De Koe

De koe stond in de kudde
In de kudde stond de koe
Ze stond haar kop te schudden
Want ze was de kudde moe
De koe, die zocht naar klaarheid
In het waar, waarom, waartoe
De koe zocht naar de waarheid
De waarheid als een koe

Ik kan alleen herkauwen
Ik zeg alleen maar 'boe'
Ik wil mijzelf beschouwen
Ik wil naar binnen toe
De boer in zijn vestje kwatten
Dat is wat ik verlang
Mij bij de horens vatten
Wie weet dat ik hazen vang

De koe zocht de klokkenluier
Die wist waar de klepel hing
Ze voelde aan haar uier
Dat de boer weer aan haar tepels hing

De koe werd astrologe
Spiritueler met het uur
Begon langzaam uit te drogen
Zo ging de melk weg op den duur
Werd verstoten door de meesten
Wat dacht ze wel, dat beest
Koeien geloven niet in geesten
Hooguit de kuddegeest

Je moet de kudden niet vermoeien
Met het hoe, waarom en waar
Maar met kalveren en koeien
En de stier, een keer per jaar
Je moet de kudde niet verbazen
Dan ben je half gaar
Dan nemen ze je te grazen
In het abattoir

Daar was de klokkenluier
Die wist waar de klepel hing
Ze voelde aan haar uier
Dat er een haak door haar tepel ging

Voor koeien, mensen, volken
Wordt sinds jaar en dag gedacht
Ze worden uitgemolken
Ze worden afgeslacht
Ze worden telkens luier
Meer en meer publiek
Ik word geen klokkenluier
Ik blijf een komiek

En laat dan de klok maar luiden
Want daar moet de klepel zijn
Maar blijf met je poten van mijn uier
Anders doen mijn tepels pijn
Bim bam bom
Wat zijn die koeien dom
Bam bom bim
Wat zijn wij, mensen, slim